Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU7397

Datum uitspraak2005-11-30
Datum gepubliceerd2005-12-05
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers62171 FT RK 05-5578
Statusgepubliceerd


Indicatie

Afwijzing verzoek tot toepassing schuldsanering. Verzoekster woont in buitenland, maar staat weliswaar ingeschreven in Nederland. Advocaat verklaart dat verzoekster geen enkel belang meer heeft in Nederland. Rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het verzoekschrift nu gebleken is dat het centrum van de voornaamste belangen gelegen is buiten Nederland.


Uitspraak

Rekestnummer: 62171 FT RK 05-5578 Datum uitspraak: 30 november 2005 RECHTBANK DORDRECHT - beschikking afwijzing faillietverklaring - Beschikking van de rechtbank Dordrecht, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken. Op 16 november 2005 is op de faillissementsrol door mr. M.E.H. Dumont, namens haar cliënte [verzoekster], wonende te Spanje, nader te noemen verzoekster, een mondeling verzoek gedaan tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Op 30 november 2005 is voornoemd mondeling verzoek aangevuld met een verzoekschrift met bijlagen. De rechtbank heeft het verzoek in raadkamer behandeld op 30 november 2005. Ter zitting is namens verzoekster verschenen mr. M.E.H. Dumont. Hoewel behoorlijk opgeroepen is verzoekster niet verschenen. Ter zitting heeft mr. Dumont verklaard dat verzoekster feitelijk sinds eind 2003 woonachtig is in Spanje en financieel niet in staat is geweest om naar Nederland af te reizen, maar dat zij nog wel staat ingeschreven in Nederland. Mr. Dumont geeft aan dat de reden hiervan verband houdt met het ontvangen van de kinderbijslag. Desgevraagd verklaart mr. Dumont dat het centrum van de voornaamste belangen van verzoekster is gelegen in Spanje en dat verzoekster geen belangen heeft in Nederland. De rechtbank dient haar internationale bevoegdheid tot het openen van een insolventieprocedure te bepalen aan de hand van artikel 3 lid 1 van Verordening 1346/2000 van de Raad van de Europese Unie. Bevoegd is de rechter van de lidstaat waar het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar in Nederland gelegen is. Onder het centrum van de voornaamste belangen moet worden verstaan de plaats waar de schuldenaar gewoonlijk het beheer over zijn belangen voert en die daardoor als zodanig voor derden herkenbaar is. De rechtbank stelt vast dat uit de verklaring van mr. Dumont blijkt dat de verzoekster vóór indiening van haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, namelijk eind 2003, naar Spanje is vertrokken. Weliswaar staat zij nog in Nederland ingeschreven, maar haar advocaat heeft verklaard dat zulks enkel en alleen om sociaal-economische redenen is gehandhaafd. Haar advocaat heeft voorts verklaard dat verzoekster na haar vertrek eind 2003 geen belangen meer heeft - zowel vanuit zakelijk als particulier oogpunt - binnen Nederland. De rechtbank concludeert hieruit dat Spanje dient te worden aangemerkt als het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar. Gelet op het voorgaande moet worden geoordeeld dat de Nederlandse rechter geen bevoegdheid heeft de territoriale insolventieprocedure te openen. De rechtbank zal zich derhalve onbevoegd verklaren van het onderhavige verzoekschrift kennis te nemen. Beslissing De rechtbank: Verklaart zich onbevoegd van het onderhavige verzoekschrift kennis te nemen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer op 30 november 2005 door mr. B.C. Vink, in tegenwoordigheid van de griffier(1). (1) Tegen deze uitspraak kan degene, aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een procureur binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.